(12) Een havencomplex van meer dan 2.200 hectare


Tussen 1961 en 1964 werd een grote nieuwe haven gebouwd in het Sloegebied ten oosten van Vlissingen. Scheepswerf De Schelde zocht naar mogelijkheden om een reparatiewerf aan diep vaarwater aan te leggen en de provincie Zeeland had de wens om een haven- en industriegebied aan te leggen zonder dat daarvoor landbouwgrond opgeofferd moest worden. Sinds de watersnoodramp van 1953 bestonden al plannen om de Sloedam te verbreden en het hele zuidelijke Sloe in te polderen. Het nieuwe gebied groeide in de jaren zestig en zeventig uit tot een industrie- en havencomplex van meer dan 2.200 hectare maar zou Vlissingen nooit een concurrerende positie verschaffen ten opzichte van Rotterdam, Antwerpen en Gent. Er was een havengebied aangelegd dat niet eens zoveel kleiner was als dat van Rotterdam in die tijd. En toch werd de Maasstad de grootste van de wereld en moest Vlissingen het doen met af en toe een bronzen medaille als derde havenstad van Nederland. De industrie kreeg de overhand en de havens dienden voor een belangrijk deel als ondersteuning voor de bedrijven. Deze kregen echter, direct vanaf de beginjaren, veel kritiek vanuit de steeds belangrijker wordende milieubeweging. Dit werd nog versterkt door de komst in 1973 van een kerncentrale aan de oostkant van het gebied. De centrale moest voldoen aan de vraag naar energie van de nieuwe industrieƫn die er wel kwamen, maar veel minder dan de aantallen waarmee was gerekend.

Het niet uitkomen van de hoge verwachtingen van het Sloegebied, heeft alles te maken met de aantoonbare verwevenheid van politieke en economische belangen op provinciaal, nationaal en europees niveau. Complex maar veelzeggend waren in dit verband de recente gebeurtenissen rondom de door BelgiĆ« bekostigde baggerwerkzaamheden in de Westerschelde ten faveure van de bereikbaarheid van de Antwerpse havens en de daaraan gekoppelde verplichting van Nederland om de Hedwigepolder te ontpolderen. Dat alles in het kader van Europese afspraken over milieucompensatie. Een echt Europees beleid had gericht moeten zijn op het ontvangen van de zeer grote zeeschepen in het Sloegebied waarbij het beheer zou kunnen plaatsvinden door een samenwerkingsverband tussen De Antwerpse, de Vlissingse en zelfs de Rotterdamse haven NV’s. Voordelen: er hoefde niet of veel minder te worden gebaggerd, de schepen zouden sneller de plaats van bestemming bereiken en door de enorme kostenbesparingen die hiermee zouden worden gerealiseerd, kon men op kostprijs concurreren met andere havens.