(58) Hoezo bonnetjes?

Tegenwoordig is het ondenkbaar dat een stadsbestuurder, een wethouder of een burgemeester, tevens directeur is van een onderneming. Zeker niet wanneer hij in die laatste rol de grootste werkgever is van de stad. En al helemaal niet wanneer zo’n beetje alle politieke beslissingen van invloed kunnen zijn op de omzet en de winst van zijn bedrijf.

Dat was anders in de negentiende eeuw. Bijvoorbeeld in het jaar 1879 toen Vlissingen een nieuwe burgemeester kreeg in de persoon van Arie Smit, tevens directeur en eigenaar van de Koninklijke Maatschappij De Schelde. Smit had de scheepswerf in 1875 opgericht en redde de stad daarmee van een faillissement. Nog geen tien jaar eerder had de toenmalige regering Thorbecke de Marinewerf uit Vlissingen weggehaald waarna de economie van de stad volledig was ingestort. Ook deze werf was verreweg de grootste werkgever geweest. Als gevolg van de verhuizing hadden honderden mensen de stad verlaten en waren veel toeleverende bedrijven failliet gegaan. De komst van Smit, die werd gesteund door het kapitaal van zijn familie, zorgde ervoor dat Vlissingen in nog geen tien jaar tijd weer  kon uitgroeien tot een van de belangrijkste scheepsbouwsteden van Nederland. Toen Smit in 1879 burgemeester werd, waren er weinigen die twijfelden aan de wijsheid van deze beslissing. Wie een zo groot bedrijf kon besturen, was ook capabel om leiding te geven aan een stad.

Arie Smit heeft in zijn rol als burgemeester veel voor elkaar gekregen. Zo verzelfstandigde hij de verliesgevende gasfabriek, gaf hij de aanzet tot de ontwikkeling van Vlissingen als toeristische stad en zorgde hij er in 1883 voor dat De Schelde de Vlissingse havens kon overnemen. Dat was in het belang van de stad én van de werf. Als burgemeester zag hij kansen in de mailvaart op Engeland en in het scheepvaartverkeer tussen Nederland en Nederlands-Indië. Als ondernemer zocht hij een efficiënte losplaats voor metalen, kolen en machines die De Schelde elders inkocht.

De dubbele rol van Arie Smit heeft Vlissingen geen windeieren gelegd. Het beleid dat hij inzette werd overgenomen door zijn opvolgers. Of hij altijd netjes omging met zijn bonnetjes is natuurlijk de vraag, maar in de negentiende eeuw was er niemand die daarom maalde.