(68) Vlissegem

In Vlaanderen, vlak bij de badplaats De Haan, iets landinwaarts, ligt Vlissegem. Eigenlijk zou iedere Vlissinger die is geïnteresseerd in de vroege geschiedenis van de stad, eens een kijkje moeten gaan nemen in dit middeleeuwse dorpje. En dat niet alleen vanwege de naam. Vlissegem, dat wel iets ouder is, heeft namelijk een zelfde soort geschiedenis als het dorp Vlissingen, de ook iets landinwaarts gelegen voorganger van de stad. Beide dorpen danken hun ontstaan aan de grote overstromingen in de eerste eeuwen na het jaar 1000, waarbij zoutwaterkreken ontstonden die een flink stuk landinwaarts stroomden. Langs deze kreken ontstonden door aanslibbing een soort natuurlijke dijken die kreekruggen werden genoemd en waarop mensen gingen wonen. In Vlissegem vestigden zich vooral boeren, die op de hogere gronden aan akkerbouw deden en op de lagere aan veeteelt. In Vlissingen vestigden zich vissers, zoutdelvers en mogelijk wat schapenboeren. Na 1300 lopen de geschiedenissen van de beide dorpen uit elkaar. Vlissegem zou altijd een agrarische gemeenschap blijven, tot op de dag van vandaag. Het dorp maakt nu onderdeel uit van de gemeente De Haan. De Vlissingers bouwden in het begin van de veertiende eeuw, een kilometer zuidwaarts, langs de monding van de Schelde, een tweede nederzetting die zou uitgroeien tot de vissers- en havenstad Vlissingen. Het dorp, dat daarna  Oud-Vlissingen heette, werd in 1812 om strategische redenen door de Fransen afgebroken. De huisjes en het romaanse kerkje belemmerden het uitzicht op eventuele vijandelijke aanvallen van de Engelsen.

Van Vlissegem weten we hoe de naam is ontstaan. Daartoe is zelfs nog niet zo lang geleden een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd. Het bleek dat het dorp in de beginperiode Fleskehem heette. Het woord “hem” stond voor “thuis” en “Fleske” voor “ondiep water” of “moerassig grasland”. Wanneer de allereerste bewoners van deze kreekrug moesten vertellen waar ze ongeveer woonden, bijvoorbeeld als ze op de markt van een dorp of een stad hun producten wilden verkopen, zeiden ze: “Bij het ondiepe water staat mijn huis” ofwel: “Fleskehem”, dat later Vlissegem werd. Over de herkomst van de naam Vlissingen kunnen we een soortgelijk verhaal vertellen. Maar dat bewaren we voor de volgende week.