(111) Een toonaangevende Courant

In de jaren dertig van de negentiende eeuw dook er in de landelijke media een merkwaardige speler op: de Vlissingsche Courant. De krant bekritiseerde koning Willem I en zijn gevolg en was pleitbezorger van een nieuw en meer democratisch politiek bestel. Ze wist zich tot op het landelijk toneel te presenteren met regelmatige en scherpe nieuwsanalyses en werd lange tijd serieus genomen door de toonaangevende dagbladen en de liberale politici die uit waren op verandering.

De Vlissingsche Courant werd in 1802 opgericht als nieuws- en mededelingenblad. Zes jaar later werd het opgeheven als gevolg van de te lage oplage. Pas in 1834 kwam er een herstart. Na de komst van een nieuwe redacteur in 1839, Frederik van Sorge , raakte de reputatie van de Vlissingsche Courant in een stroomversnelling. Van Sorge was een zeer ondernemend type. In 1839 bezat hij een winkel in Middelburg, was hij directeur van een door hem zelf opgerichte verzekeringsmaatschappij voor de veesector en had hij tal van agentschappen voor andere verzekeraars. Daarnaast was hij gemeentesecretaris van Biggekerke en natuurlijk redacteur van de Vlissingsche Courant.

Van Sorge was niet alleen in staat om het nieuws te verslaan, maar ook om hetgeen hij opschreef te voorzien van een mening. Hij had liberale sympathieën en zijn onderwerpkeuzes en standpunten lieten aan helderheid niets te wensen over. Het waren vooral de progressieve stokpaardjes van die jaren waarover hij schreef: het financiële wanbeleid van de koning en zijn ministers en de wenselijkheid van een nieuwe grondwet, rechtstreekse verkiezingen en ministers die zelf verantwoordelijk waren voor hun doen en laten. Wat later zou Van Sorge zich meer een sociaal-liberaal tonen en schreef hij over de noodzaak van een goede armenzorg en het van overheidswege scheppen van zoveel mogelijk werkgelegenheid. Met deze artikelen week hij overigens wel af van de liberale lijn omdat daarin de overheid juist geen rol moest spelen in het economisch verkeer. De polemieken met de redacteuren van het Handelsblad, maar ook van de eveneens landelijk opererende Arnhemsche Courant, spitsen zich toe op deze onderwerpen. Vooral de door Van Sorge gewenste actieve rol van de overheid was het mikpunt van commentaar, kritiek en spot. Het Handelsblad vroeg zich af hoe het mogelijk was dat er in een van oudsher belangrijke en handelsgerichte stad als Vlissingen, iemand was opgestaan die het in zijn hoofd haalde om een van de belangrijkste principes van de handel, namelijk vrijheid, op deze manier geweld aan te doen.

De grote invloed die de Vlissingsche Courant tussen 1835 en 1843 had gehad, verdween toen Van Sorge zich liet overhalen om hoofdredacteur te worden van het regeringsgezinde Nederlandsch Nieuwsblad. Hij heeft deze functie nog enige tijd uitgeoefend naast zijn werk voor de krant waar hij zijn schrijversloopbaan was begonnen. Na zijn verhuizing naar den Haag gaf hij dat laatste op om zich volledig te kunnen wijden aan het Nieuwsblad. In de concurrerende kranten werd alom de spot gedreven met de plotselinge draai van de journalist. Hij liet zich echter niet op andere gedachten brengen en na die tijd is er weinig opmerkelijks meer van hem vernomen. De Vlissingsche Courant ging na 1843 weer een meer liberale koers varen maar werd in 1848 opgeheven toen de uitgever Pieter de Swart overleed. In 1863 werd het Vlissingsch Weekblad opgericht dat in 1872 werd voortgezet onder de aloude naam Vlissingsche Courant. Maar dat was weer een nieuws- en mededelingenblad.