(131) Hoofdstad Vlissingen

De macht van Napoleon in Europa werd in oktober 1813, tijdens de slag bij Leipzig, definitief gebroken. Zijn pogingen om Rusland te onderwerpen waren mislukt en de coalitie van tegenstanders, waaronder Rusland, Pruisen, Oostenrijk en Zweden, werd steeds groter en sterker. De veldslag, die vier dagen zou duren, eindigde in een nederlaag voor de Fransen, waarop het merendeel van de bezette gebieden de zelfstandigheid afgekondigde.

In Nederland was op 17 november 1813 een commissie van wijze mannen benoemd die  moest gaan uitzoeken hoe het land zo snel mogelijk van een regering voorzien kon worden. Zij besloot om de zoon van de naar Londen gevluchte stadhouder Willem de Vijfde, Willem Frederik, Prins van Oranje-Nassau, te vragen om koning van Nederland te worden. Dat lukte en op 1 december 1813 had Nederland een nieuwe koning. Op een paar gebieden na. Een daarvan was Walcheren. Vanwege de geïsoleerde ligging waren de berichten over de Franse overgave nog niet doorgedrongen tot het eiland. Bovendien wemelde het er van de uit Holland gevluchte Fransen die tegen de plaatselijke bevolking zwegen over de machtswisseling.  Deze situatie leidde er al in de eerste dagen van december 1813 toe dat het eiland werd afgesloten van de buitenwereld, onder andere door een Engelse blokkadevloot die in de Schelde voor anker was gegaan. Dat dit bij de Fransen niet echt tot paniek leidde, bewijst het grootse feest dat ze op 5 december organiseerden voor de bevolking om de kroning van Napoleon tot keizer, negen jaar eerder, te herdenken. Vanaf 12 december begonnen de Fransen zich echter wel zorgen te maken en in hoog tempo werden er extra voorzieningen getroffen om een eventuele invasie in de kiem te kunnen smoren. De Fransen hadden vijf toegangsbruggen naar de stad gesloopt en batterijen met geschut geïnstalleerd. Bosjes en parken werden met de grond gelijk gemaakt, alles met het doel om de vijand van verre te kunnen zien naderen en ze het binnenvallen van de stad onmogelijk of in ieder geval moeilijk te maken.

In de omgeving van Vlissingen waren het de dorpen en de boeren die verzet boden. Er waren verschillende opstanden die met harde hand werden neergeslagen. Gevangen genomen opstandelingen werden naar Vlissingen gebracht, berecht en geïnterneerd. De Fransen hadden in de loop van de voorgaande twee maanden, dus na de bevrijding van de rest van Nederland, van Vlissingen hun regeringscentrum gemaakt. Als sluitstuk verhuisde op 13 februari 1814 de zetel van het bestuur van Zeeland, inclusief de ambtenaren, naar Vlissingen dat zich de hoofdstad van het eiland mocht noemen. Pas op 30 april 1814 kwam in deze situatie verandering. Op die dag arriveerde er vanuit Parijs een Franse generaal die aan zijn landgenoten kwam vertellen dat de bezetting erop zat en dat men zich moest gaan opmaken om naar het vaderland terug te keren. Diezelfde dag werd vanaf de kerktoren van Vlissingen de Nederlandse vlag uitgestoken en op 6 mei waren alle Fransen vertrokken.