(155) De eerste Vesting Vlissingen


Op zondagochtend 22 mei 1485 werd Vlissingen overvallen door een roversbende uit de stad Sluis. Het was eerste pinksterdag en veel Vlissingers zaten op dat moment in de kerk. De aanvallers waren met een vloot roeiboten via het Zwin de Schelde overgestoken en geland aan de zuidoostkant, ongeveer waar nu de Commandoweg is. Vlissingen was in dat jaar nog niet zwaar beveiligd en de Sluizenaren konden ongehinderd in de stad komen. Ze staken huizen in brand, drongen de kerk binnen, vermoordden daar de burgemeester Wouter van Domburch en verdwenen met een flinke hoeveelheid kostbaarheden en enkele gijzelaars waarvoor ze later losgeld wilden vragen. Deze gebeurtenis stond niet op zich zelf. Het was vaker voorgekomen en niet alleen in Vlissingen. “Die van Sluis” vormden in de jaren zeventig van de vijftiende eeuw een ware plaag voor de steden en dorpen langs de kusten van de Zeeuwse eilanden. Moord- en rooftochten waren aan de orde van de dag en men kon er weinig tegen doen omdat de rovers zich verplaatsten in snelle, wendbare roeiboten en dus niet afhankelijk waren van de wind. >> Lees verder

Afbeelding: Gezicht op de gevangentoren vanaf het zuiden omstreeks 1875 (schilderij van Willem Antonie van Deventer, Gemeentearchief, Vlissingen)